Financieel drama Hoekse Lijn

In december heeft Leefbaar 3B woordvoerder Jan Pieter Blonk gevraagd of Lansingerland moet meebetalen aan het drama van de Hoekse Lijn.

Het drama betreft de ombouw van de NS spoor tussen Rotterdam en Hoek van Holland naar metrolijn, waarbij het gaat om een financiële overschrijding van € 90 miljoen (24%) en het uitlopen van de werkzaamheden met 15 maanden.
De metro (Hoekse Lijn) had in september 2017 moeten gaan rijden, maar dat wordt nu pas december 2018.

Van de strop van € 90 miljoen wordt € 62,5 miljoen betaald door de gemeente Rotterdam. Het dan nog resterende tekort van € 27,5 miljoen wordt door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) opgehoest. Maar die hoest is pijnlijk en vervelend. lees meer

In alle hoeken en gaten is naar geld gezocht en alle beschikbare potjes zijn omgekeerd en zo is die € 27,5 miljoen bij elkaar geschraapt. Het voordeel is dat de MRDH gemeenten niet opdraaien voor de blunders van de dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam. Maar het grote nadeel is dat er nu € 27,5 miljoen minder geld over is voor noodzakelijke investeringen in het openbaar vervoer. Wat dat betreft zit er geen vet meer op de botten om het regionale openbaar vervoer in onze regio te verbeteren.

Op 24 december 2017 is op deze site een artikel geplaatst “Betaalt Lansingerland mee aan drama Hoekse Lijn?” Gelukkig is dat dus niet het geval, maar dat de keuze die nu gemaakt is een nadelige invloed zal hebben op het openbaar vervoer in de regio en dus ook in Lansingerland is zeer aannemelijk.

De onderzoekscommissie Hoekse Lijn, ingesteld door de gemeenteraad van Rotterdam, heeft afgelopen week verslag uitgebracht. Uit het onderzoek van de commissie, bestaande uit vijf Rotterdamse gemeenteraadsleden, komt een beeld naar voren van “onvoldoende regie en coördinatie”. Ondanks diverse signalen die de Rotterdamse D66 wethouder Langenberg al in februari 2017 kreeg dat het niet goed liep, heeft hij niet ingegrepen. Of Langenberg op 22 februari in de raad van Rotterdam voor de tweede keer een te verwachten motie van wantrouwen overleeft, is verre van zeker.