Wie aan een vaart bij een polder woont heeft te maken met regels die door het hoogheemraadschap worden opgelegd. De inwoners die het betreft moeten bijvoorbeeld het hoogheemraadschap toestaan om onderhoud aan een dijk die in hun tuin ligt te doen. En in een deel van de tuin zijn niet alle beplanting en bouwsels toegestaan. Dit is op zich begrijpelijk want er moet worden voorkomen dat dijken doorbreken en polders vollopen door verwaarlozing van de dijken.
De Hoge Raad heeft vorig jaar bepaald dat in dit soort gevallen het gedeelte van de tuin waarvoor de beperkingen gelden niet mag meetellen bij het bepalen van de WOZ-waarde. Leefbaar 3B heeft het college van B&W op dit arrest geattendeerd en gevraagd om de vrijstelling toe te passen. Het zal in de OZB slechts enkele tientjes schelen, maar de WOZ-waarde is ook bepalend voor de hoogte van de waterschapsbelasting en het huurwaardeforfait bij de inkomstenbelasting.
Dus alles bij elkaar kan het nog wel verschil maken. Wij vinden deze vermindering terecht omdat de betreffende inwoners niet in het volle genot van hun tuin zijn.
We zijn benieuwd naar de reactie van het college.
Dit is dus ook van toepassing voor de door de Gemeente verkochte snippergroen.
Daar mag ook niet op gebouwd worden.
Naar mijn mening is niet altijd zo dat een zo laag mogelijke vaststelling van de WOZ-waarde altijd in het van belang is van de burger. Soms heeft een eigenaar er belang bij dat de taxatie vooral niet te laag is; bijvoorbeeld als een eigenaar in een geschil recht heeft op planschade. Planschade is mede afhankelijk van de omvang van de schade t.o.v. de waarde van het perceel. Hierbij wordt gewerkt met een eigen risico.