Vrijdagavond 4 mei om 20:00 was Lansingerland 2 minuten stil. Aan de oproep op de prachtige voorpagina van het AD werd in Nederland, en ook in Lansingerland, massaal gehoor gegeven.
Heel veel inwoners en een groot aantal kinderen waren bij de plechtige krans- en bloemenleggingen bij de oorlogsmonumenten in Bleiswijk, Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs aanwezig. In Bergschenhoek heeft burgemeester Pieter van de Stadt de 4 mei toespraak gehouden. In Berkel en Rodenrijs hield wethouder Albert Abee de toespraak en in Bleiswijk wethouder Ankie van Tatenhove.
4 mei toespraak Lansingerland
Morgen vieren we feest. Vandaag zijn we stil en herdenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. En ook degenen die daarna, in oorlogssituaties en vredesmissies, hun leven gaven voor vrede en vrijheid.
In Bergschenhoek heeft burgemeester Pieter van de Stadt de volgende woorden gesproken;
De Tweede Wereldoorlog ligt ruim 7 decennia achter ons. Ook hier, in Bergschenhoek, heeft de oorlog zijn sporen nagelaten en groot leed veroorzaakt. Er kwamen drie inwoners door oorlogshandelingen om het leven: Jan Buitendijk als militair aan het begin van de oorlog in de buurt van de Moerdijkbrug, verzetsman Wim van den Berg, aan het eind in concentratiekamp Neuengamme en Theo Vis bij het gevecht om de veiling in Berkel en Rodenrijs, helemaal aan het eind van de oorlog. Begin 1945 werd na een inbraak aan de Bergweg-Zuid een Duitse wacht neergeschoten. De Duitsers schoten als vergelding aan de Bergweg-Zuid tien jonge mannen die in Rotterdam vastzaten, dood. Het monument aan de Bergweg herinnert daar nog altijd aan.
In Berkel en Rodenrijs heeft wethouder Albert Abee de volgende woorden gesproken
De Tweede Wereldoorlog ligt ruim 7 decennia achter ons. Ook hier, in Berkel en Rodenrijs, heeft de oorlog zijn sporen nagelaten en groot leed veroorzaakt. Verschillende inwoners kwamen om het leven. Soms per ongeluk, zoals de vier kinderen Van de Spek aan de Noordeindseweg toen een Engelse bommenwerper zijn vracht boven Berkel loste of Piet van der Burg, tijdens het vergissingsbombardement op het Bezuidenhout in maart 1945.
En soms met opzet, zoals de executie van de actieve verzetsleden Wim van der Spek en Piet Wijsman en de tuindersknechten Wim Kaptein en Jan Havenaar. Of Frederik van der Kaaden, die tijdens een actie om accu’s te regelen voor het verzet werd opgemerkt en neergeschoten. Ook onderduiker Gerard Brand overleefde de oorlog niet.
In Bleiswijk heeft wethouder Ankie van Tatenhove de volgende woorden gesproken
De Tweede Wereldoorlog ligt ruim 7 decennia achter ons. Ook hier, in Bleiswijk, heeft de oorlog zijn sporen nagelaten en groot leed veroorzaakt. Bleiswijk leverde een belangrijke bijdrage aan het verzet, enerzijds doordat het grondgebied regelmatig werd gebruikt bij de dropping van wapens en andere zaken, anderzijds door onder meer het in veiligheid brengen van Amerikaanse vliegers.
Daarbij zorgde de familie Koenekoop voor Joodse onderduikers, waarvan er een later ook nog in de molenstomp G4 in het Bergse Bos was ondergebracht.
Het vervolg van de drie toespraken was eensluidend in de drie dorpen
Het aantal mensen dat de bezetting bewust heeft meegemaakt wordt met het jaar kleiner. Het duurt niet lang meer voor er geen ooggetuigen meer onder ons zijn.
Maar de aandacht voor de gebeurtenissen in de jaren ’40 – ’45 blijft onverminderd. Er is een blijvende behoefte om verhalen en beelden te verzamelen en om na te denken over de betekenis van deze tijd. De verschrikkingen en de gruwelijkheden tijdens de Tweede Wereldoorlog blijven verbazen. Evenals de omvang van het leed. De schattingen lopen uiteen, maar het totale verlies aan mensenlevens wordt geschat op ongeveer 65 miljoen. In Nederland zijn zo’n 210 duizend mensen omgekomen als gevolg van de oorlog, waaronder 104 duizend Joden. Onvoorstelbare aantallen.
De afgelopen jaren zijn er steeds meer initiatieven om de verhalen achter deze statistieken zichtbaar te maken. Om de slachtoffers een gezicht te geven. Pogingen om de werkelijkheid achter de anonieme, afstandelijke cijfers te laten zien.
Bijvoorbeeld kunstenaar Bart Domburg, die met een pen de 102 duizend namen heeft opgeschreven van de Nederlandse Joden die tussen juli 1942 en september 1944 zijn gedeporteerd. Een monnikenwerk. We kennen het aantal slachtoffers, maar nu zien we alle namen bij elkaar. Er komt geen einde aan. De omvang en de individualiteit zijn angstaanjagend en indrukwekkend.
En wie de begraafplaatsen van de Tweede Wereldoorlog bezoekt – rij na rij na rij – treft bij steeds meer graven een foto. Veelal voorzien van een kort levensverhaal. De in steen gebeitelde namen krijgen een gezicht. Vaak schrikbarend jong.
Het zijn stuk voor stuk pogingen om de verschrikkingen achter de cijfers te laten zien. Een gezicht zegt veelal meer dan een getal. Al deze initiatieven zijn niet alleen een manier om met het verleden om te gaan, ze dragen ook een pleidooi voor vandaag in zich.
Dit jaar staat de herdenking in het teken van verzet. In de oorlogsjaren hebben honderdduizenden hun leven te danken aan mensen die niet wegkeken, die in een moeilijke tijd een belangrijke beslissing namen en in verzet kwamen.
Het lijkt nu, vele jaren later, eenvoudig en logisch. Maar wat zou u doen als u de vraag zou krijgen een Joods kind of een geallieerde piloot een schuilplaats te bieden? Of om te helpen bij het verspreiden van een illegale krant of een gewelddadige actie? Velen zeiden destijds: Ja. Zonder precies te weten wat de gevolgen zouden zijn, namen zij de verantwoordelijkheid voor een ander. Zij kwamen in verzet en namen het op voor een ander die in het nauw gedreven was.
En verzet houdt nooit op. Dat besef van verantwoordelijkheid voor de ander past ook in de huidige samenleving. Stel jezelf ook nu de vraag: wat zou ik doen als er een beroep op mij wordt gedaan, wanneer ik zie dat de waardigheid van de ander in het geding is.
In onze huidige samenleving is het ‘wij-zij’-denken niet verdwenen. De tijd waarin wij leven stelt ons voor nieuwe opgaven, met name als het gaat om het samenleven van de vele verschillende mensen die ons land herbergt. Het is gemakkelijk ‘de ander’ te reduceren tot exponent van een groep, zonder oog te hebben voor het individu, voor de mens.
Verschillen horen geen reden te zijn om de ander negatief te bejegenen of uit te sluiten. Door elkaar te ontmoeten, leren wij elkaar kennen. Dan zien we met eigen ogen dat er niet alleen verschillen zijn, maar dat er ook veel is dat ons bindt en dat wij gemeen hebben.
Er is gelukkig ook reden tot optimisme: ik denk dan aan al die ontmoetingen die, soms nauwelijks zichtbaar, plaatsvinden en waar mensen hoop en kracht uit putten. Ontmoetingen die mensen het gevoel geven dat ze er toe doen, dat ze meetellen. En dat is onbetaalbaar.
De gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog en de wijze waarop wij herdenken, kan gezien worden als een pleidooi voor ontmoeting. Een pleidooi voor oog hebben voor elkaar. En dat begint dicht bij jezelf. Hoe kijk jij naar andere mensen en andere groepen? Met een luisterend oor of met een kant-en-klaar oordeel? Laten we elkaar vrolijk en open blijven benaderen met oog voor elkaar en voor het verzet. Ook in onze huidige samenleving hebben wij mensen nodig die niet wegkijken. Mensen die betrokken zijn en zich met lef inzetten voor een gezonde samenleving waarin iedereen telt, mee kan doen en zich thuis voelt. Zo’n samenleving maken wij met z’n allen en kan dus niet zonder u.
Geef als eerste een reactie